Molenpraat

De standerdmolen

Er wordt altijd beweerd dat op de eerste molens niet gewoond werd, het waren slechts maalderijen, maar het is onder molenaars algemeen bekend dat dat niet helemaal waar is. We praten er echter nooit over. Maar de tijden veranderen en de mores ook, dus ik zou niet weten waarom het niet gezegd mag worden.

Lees meer

Billen

Wat krijgen we nou, zult u wel denken. Ja, u weet het misschien niet, maar al sinds de middeleeuwen zijn molenaars in volksverhalen dubieuze figuren. Of dat nu komt omdat we op de molen termen gebruiken waar u misschien wat anders bij denkt? Zou kunnen. Billen bijvoorbeeld.

Lees meer

Molentaal

Iemand vroeg pas aan mij hoe dat nou eigenlijk zit met molentaal. ‘Je kan toch iets zeggen met de stand van de wieken?’ Als het dan toch over molentaal gaat, molenaars hebben het nooit over wieken; wij noemen die dingen enden.

Lees meer

De molen, een monument

Wist u dat molen De Speelman een monument is? Het is een rijksmonument nog al liefst. Wie wel eens bij ons op bezoek komt, weet dat altijd maar de helft van de poort openstaat. Op de dichte helft prijkt een bescheiden bordje.

Lees meer

Molenpaard

Er zijn lui die een paard in de gang hebben staan, heb ik wel eens gehoord. Het kan nog gekker. Wij hebben een paard op zolder. Op de maalzolder om precies te zijn, één hoog, daar waar we het meel inpakken. Staat dat niet in de weg?, vraagt u zich misschien af.

Lees meer

Oliedomdomdom

Laatst hoorde ik een molenaar zeggen dat vroeger de grap rondging: wie op een oliemolen werkt is oliedomdomdom. Ik snapte ‘m. Want wie niet alreeds gek was om daar te gaan werken, werd vanzelf gestoord van het continue gehei en gestamp.

Lees meer

Kabouters op de molen

Wij hebben kabouters op de molen. Dat is normaal hoor, iedere molen heeft ze. De een wat meer dan de ander, maar echt, ze zitten overal. We kunnen niet zonder. Maar wie nu meteen aan kleine mannetjes met lange baarden en rode puntmutsen denkt, die moet ik teleurstellen.

Lees meer

Majesteit en molen

Koningsdag is de enige dag in het jaar dat we voor de koning draaien. De andere draaien we meestal voor de prins. Voor de prins? Welke prins? Willem van Oranje natuurlijk. Dat zit zo: de term stamt uit de tijd dat de Leidenaren een hongerjaar beleefden omdat de Spanjaarden de stad omsingeld hielden.

Lees meer

De vrolijke molen

Onze molen haalt wel eens een grap uit; hij heet niet voor niets De Speelman natuurlijk. Bijvoorbeeld de wieken dwars zetten als de zeilen eraf moeten. Dan hoor ik hem bijna zeggen: ‘Haha, kan je er bij met je stokje?’ Of hij geeft een douche van lieveheersbeestjes als je de zeilen uitrolt.

Lees meer