Er wordt altijd beweerd dat op de eerste molens niet gewoond werd, het waren slechts maalderijen, maar het is onder molenaars algemeen bekend dat dat niet helemaal waar is. We praten er echter nooit over. Maar de tijden veranderen en de mores ook, dus ik zou niet weten waarom het niet gezegd mag worden.
In de tweede helft van de 13e eeuw bereikte het ontwerp van de molen de lage landen en werden er overal dit soort windgedreven fabriekjes gebouwd om graan te malen. Het waren draaibare vierkante kasten op een voet. Al moet ik meteen zeggen dat dat ook niet helemaal waar is. Met vierkante wordt het aantal kanten bedoeld. In feite waren ze rechthoekig. En langwerpig.
Nu heeft een standerdmolen heel duidelijk een voor- en een achterkant, met een borstnaald en een staart, toch is ook dat niet helemaal waar. Zodra men in de molen komt, is het precies andersom. Wat wel iets zegt over de geestelijke souplesse van molenaars. Ook bij De Speelman bevindt de achterkant van het bovenwiel zich aan de voorkant, zeg maar. Kunt u me nog volgen? Of neem de zoomlatten, waar de achterzoom van voren zit. Op een molen kan dat gewoon.
De eerste molens waren helemaal van hout. Ook de roeden, waar de heklatten aan beide kanten uitstaken. Het zou nog 400 jaar duren eer dat systeem verbeterd werd. Tegenwoordig noemen we die modernisering Oudhollands. Er werden aan de voorzoom schuinstaande borden geplaatst op de uiteinden van de heklatten. Dat gedeelte waar het zeil wordt gespannen wordt ook wel achterzoom genoemd, maar dat is dan wel een andere dan die hierboven, snapt u? De vinding heeft grote populariteit gekregen, want de meeste molens zijn er mee toegerust. De Speelman heeft het nu nog, kom maar eens kijken.
Standerdmolens hadden meestal één koppel stenen, dat maalde wat mensen kwamen brengen.
In die tijd zal de molen ook een belangrijke plaats hebben ingenomen in het sociale leven. Want u weet, wie het eerst komt die het eerst maalt, en dan moeten de anderen wachten. Een prima plek dus voor de nieuwtjes en de roddels. Wellicht hebben molenaars daar hun veelkantige kijk aan te danken. Want toen er zo in de 16e eeuw een tweede stel stenen bij moest komen, plaatsten ze die aan de achterkant… aan de kant van de borstnaald dus. Logisch toch? Ach, molenaars doen niet zo moeilijk.
We maken er dan ook geen punt van dat er op die oudste molens van ons land een makelaar en een non huizen. En die non is waarlijk verlicht want ze heeft een kandelaar bij zich. Zij helpen de molenaar waar nodig. Nu denkt u vast dat dat ook niet helemaal waar is. Toch is het heus zo.
De knecht van molen De Speelman te Overschie