Op de maalzolder is de molenaar het meeste aan het werk, want hier valt het gemalen meel via de meelpijp naar beneden in de maalbak. Dit meel moet in zakken worden geschept en eventueel naar beneden worden gelaten. Hier kan de molenaar ook direct de kwaliteit van het meel bepalen met behulp van twee touwtjes. Een touw voor de bediening van de schuddebak welke de toestroom van graan tussen de maalstenen regelt en een touw om de ruimte tussen de twee maalstenen af te stellen voor grof of juist fijn gemalen meel. Op verzoek maalt de molenaar ook extra grof of extra fijn meel.
Na een dag malen maakt de molenaar deze ruimte, wit van het meel-stof, weer schoon.
De maalzolder geeft ook met twee korte trappen toegang naar de stelling of balie. Let op, vaak is een toegang dicht en extra geblokkeerd omdat aan die kant de wieken draaien. Hier loopt u het risico om een klap van de molen te krijgen. Daar waar de deur wijd open staat kunt u via de korte trap de balie opgaan.