Onze molen haalt wel eens een grap uit; hij heet niet voor niets De Speelman natuurlijk. Bijvoorbeeld de wieken dwars zetten als de zeilen eraf moeten. Dan hoor ik hem bijna zeggen: ‘Haha, kan je er bij met je stokje?’ Of hij geeft een douche van lieveheersbeestjes als je de zeilen uitrolt. Volgens mij gniffelt hij dan: ‘Verrassing!’ En zo heeft hij wel meer van dat soort streken, de oude vos.
Maar molenaars hebben zelf ook humor, tenminste, zij die de molens gebouwd hebben en alles een naam hebben gegeven. Zo heeft iedere molen een ezel onder de kap, het is maar dat u het weet. Maar ze waren vooral inventief. Als zij het wiel niet hebben uitgevonden dan hebben ze er wel handig gebruik van gemaakt. En het loopt allemaal op rolletjes, kruirolletjes dus, ook dat nog. Bij ons al ruim driehonderd jaar lang, jawel.
Overigens is de ezel in gezelschap van paarden, kikkers en vinken, en sommige molens hebben een spin, wolfjes of kraaienpoten. Er zijn hondsoren, bokkenpoten en zwanenhalzen, maar hanenbalken en spreeuwengaten komen ook voor. En wat zouden we zonder koebouten of varkenswielen moeten? Dan hebben vrijwel alle molens ook nog eens een staart. Ja, molenaars zijn ware dierenvrienden. Maar hoe kan het ook anders als je zonnestraaltjes onder de kap hebt? Chagrijnige molenaars, als die bestaan, noemen dat roosterhout. Da’s heel wat anders dus. Wij hier op de molen hebben ook nog eens de geest van De Vreede, de oer-molenaar, in huis, dus logisch dat we van dieren houden, maar dat terzijde.
U moet nu niet denken dat het alleen maar lachen is hoor. De molen heeft beslist ook een luguber kantje met de lijken die hier aan de zeilen hangen. Er zijn ook molens met een galghout en sommige hebben een schavot. Heus waar. Bij ons is het zo dat als de maalstenen niet goed bediend worden, dat ze gaan gillen. Ik bedoel maar. En dan zal ik het maar niet over het afschietwerk hebben, misschien vindt u dat te eng.
Nu zou u kunnen denken dat molenaars rare lui zijn, dat is beslist waar. Zij weten in ieder geval alles van balken, haha. (Bovendien zijn er geen mensen te vinden die vaker zwichten dan wij.) Maar laat dat u er niet van weerhouden om de molen te komen bezoeken en alles eens met eigen ogen te zien. Want hoe vaker hij bewonderende blikken krijgt van visite die vol ontzag het oude tuig bekijkt, hoe meer hij in zijn sas is. En hoe minder hij ons plaagt, als verzetje. Althans, dat hopen we dan maar.
De knecht van molen De Speelman te Overschie